In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Het was een briljant idee om 's zondags de spullen alvast klaar te zetten.
- Het was een briljant idee om s' zondags de spullen alvast klaar te zetten.
- Het was een brilliant idee om s' zondags de spullen alvast klaar te zetten.
- Het was een brilliant idee om 's zondags de spullen alvast klaar te zetten.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Een percentage van de katoenen blouses werd gratis weggegeven.
- Een persentage van de katoenen blouses werd gratis weggegeven.
- Een persentage van de katoene blouses werd gratis weggegeven.
- Een percentage van de katoene blouses werd gratis weggegeven.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Het roodborstje schrok van de claxon.
- Het roodborsje schrok van de claxon.
- Het roodborsje schrok van de clakson.
- Het roodborstje schrok van de clakson.
Bij deze opgave gaat het om de interpunctie. De leestekens ontbreken.
nadat de laatste klanten hun rekening hadden betaald kwamen de schoonmakers naar binnen om alle etensresten op te ruimen dat was een hele klus
Achter welk onderstreept woord moet een punt (.) worden gezet?
- ruimen
- betaald
- binnen
- etensresten
Bij deze opgave gaat het om de interpunctie. De leestekens ontbreken.
let erop dat je allemaal je zwemvest aantrekt voor we in de boten stappen het water is hier erg diep
Achter welk onderstreept woord moet een dubbele punt (:) worden gezet?
- stappen
- allemaal
- aantrekt
- water
Bij deze opgave gaat het om de interpunctie. De leestekens ontbreken.
In welke zin staat de komma (,) op de goede plaats?
- in de reptielengrot zagen we schildpadden, slangen en krokodillen
- in de reptielengrot zagen we, schildpadden, slangen en krokodillen
- in de reptielengrot zagen we schildpadden, slangen, en krokodillen
- in de reptielengrot, zagen we schildpadden slangen en krokodillen
Bij deze opgave gaat het om de interpunctie. De leestekens ontbreken.
In welke zin staan de hoofdletters goed?
- Deze week is er kermis Ik ga elke dag even kijken of er iets te beleven valt
- Deze week is er kermis Ik ga elke dag even kijken Of er iets te beleven valt
- Deze week is er kermis ik ga elke dag even kijken Of er iets te beleven valt
- Deze week is er kermis ik ga Elke dag even kijken of er iets te beleven valt
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- De dader probeert te vluchten.
- De dader probeert te vluchtten.
- De dader probeerd te vluchten.
- De dader probeerd te vluchtten.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Toen de prijs was uitgeloofd, haastte iedereen zich naar de muziektent.
- Toen de prijs was uitgelooft, haaste iedereen zich naar de muziektent.
- Toen de prijs was uitgeloofd, haaste iedereen zich naar de muziektent.
- Toen de prijs was uitgelooft, haastte iedereen zich naar de muziektent.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Vermoed je dat Karel het snelst rent?
- Vermoed je dat Karel het snelst rend?
- Vermoedt je dat Karel het snelst rent?
- Vermoedt je dat Karel het snelst rend?
Het was het leukste uitje van de hele vakantie.
- een bijvoeglijk naamwoord
- een lidwoord
- een werkwoord
- een zelfstandig naamwoord
Welk onderstreept deel is de bijzin?
- Ik ga mee naar het Archeologisch Museum, omdat er voor kinderen veel te doen is.
- Ik ga mee naar het Archeologisch Museum, omdat er voor kinderen veel te doen is.
- Ik ga mee naar het Archeologisch Museum, omdat er voor kinderen veel te doen is.
- Ik ga mee naar het Archeologisch Museum, omdat er voor kinderen veel te doen is.
Wil je naar mijn voorstelling komen kijken?
Wat is het gezegde in deze zin?
- wil komen kijken
- wil
- wil je komen
- wil je
Welk zin staat in de bedrijvende (actieve) vorm?
- De vogels aten de zaadjes snel op.
- Pitten worden door veel dieren gegeten.
- Etensresten worden ook door ratten opgemerkt.
- Een klokhuis wordt wel eens in de bosjes gegooid.
In welke zin is het hele werkwoord onderstreept?
- We proberen het plan nog te wijzigen.
- Op Koningsdag liggen er allemaal kleden op straat.
- Bart trok lachend de deur achter zich dicht.
- Waarom heeft ze niet meegedaan?
Juf heeft Julia bij meester Henk ingedeeld.
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
- Julia
- juf
- meester Henk
- Henk
Na zijn sprong van de hoge duikplank kwam Olaf plat op het water terecht.
Wat is het onderwerp in deze zin?
- Olaf
- na zijn sprong van de hoge duikplank
- op het water
- kwam terecht
In welke zin is een sterk werkwoord onderstreept?
- Fikkie kwam meteen, toen het baasje op zijn vingers floot.
- Toen ik het signaal hoorde, opende ik mijn messenger.
- Ik niette de bladen van mijn werkstuk aan elkaar.
- Ze dobberden lange tijd rond, voor ze gevonden werden.
In welke zin is pitten de persoonsvorm?
- Na het feest pittten we tot 10.00 uur.
- Heb je pitten van de zonnebloem in je salade?
- Mogen we dan bij jullie blijven pitten?
- Na lang pitten werd ze eindelijk wakker.
In welke zin is het voltooid deelwoord onderstreept?
- Sinds die tijd is er heel wat veranderd.
- Ik heb moeite om het verhaal te geloven.
- Hoeveel bedraagt de schade?
- In een paar jaar tijd ontwikkelt dit bedrijf een nieuw medicijn tegen griep.