Taalverzorging (E6)

Terug naar groep 6

Het gebruik van de knop [Tip] kost punten. Op de echte toets heb je deze knop niet.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Let goed op de tijd.

1. tt (nu) - maken
Jurre prachtige tekeningen.

2. tt (nu) - branden
Het droge hout goed.

3. tt (nu) - vinden
jij dat ook?

4. tt (nu) - praten
Anny snel.

5. tt (nu) - brengen
Joris en Emin de potten naar de glasbak.



Let op: verleden tijd.

6. vt (toen) - huppelen
Senn naar huis.

7. vt (toen) - stoten
Dina haar vriendin aan.

8. vt (toen) - proberen
Hazan een schildpad te kleien.

9. vt (toen) - landen
De vliegtuigen kort na elkaar.

10. vt (toen) - haasten
Ricky en Floor zich naar school.