Is het vetgedrukte woord in de zin een werkwoord?
We kijken naar de zonsondergang.
- ja
- nee
Is het vetgedrukte woord in de zin een werkwoord?
Het eten staat al op tafel.
- nee
- ja
Is het vetgedrukte woord in de zin een werkwoord?
Hoe laat brengen zij de stoelen?
- ja
- nee
Is het vetgedrukte woord in de zin een werkwoord?
Lelijk is het niet.
- ja
- nee
In welke zin is boeken de persoonsvorm?
- We boeken een vakantie voor de zomer.
- Zijn deze boeken van de bibliotheek?
- Moeten jullie nog een reis boeken?
In welke zin is maken de persoonsvorm?
- Ze maken een ommetje door de stad.
- Het maken van zo'n schilderij is niet eenvoudig.
- Wat zullen we vandaag gaan maken?
In welke tijd staat de zin?
De meeuwen zweefden boven het strand.
- verleden tijd
- tegenwoordige tijd
In welke tijd staat de zin?
Ving meneer Heije veel vis?
- verleden tijd
- tegenwoordige tijd
In welke tijd staat de zin?
Amara heeft een hartje van goud.
- tegenwoordige tijd
- verleden tijd
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Alle fietsen moesten nagekeken worden.
- moesten
- nagekeken
- worden